“Het is noodzakelijk dat alle mensen die werken met andere mensen hun proces doormaken om hun blinde vlekken te ontdekken.”
Waarom heb je voor armoedebestrijding gekozen?
Lut: Ik kom uit een gezin van zeven kinderen met ouders die heel sociaal bewogen waren. Solidariteit en rechtvaardigheid stonden hoog in het vaandel. Ik studeerde sociaal pedagogie en heb heel mijn leven in de jeugdbescherming en in armoedebestrijding gewerkt. De strijd tegen plaatsing van kinderen was daarin de rode draad.
Tot ik in de Cirkel (een Vereniging waar Armen het Woord nemen) begon te werken, 30 jaar geleden, dacht ik dat ik dit soort werk koos door de waarden die mijn ouders me met de pap ingelepeld hadden.
Door met Celina – de eerste ervaringsdeskundige in de Cirkel – te werken, ontdekte ik dat niets minder waar was. Ik ontdekte dat mijn eigen traumatische belevingen in mijn jeugd bepalend waren voor die keuze. Ze hield me regelmatig spiegels voor. Waarom doe je dit of waarom voel je je zo? Door haar heb ik de kans gekregen om naar mijzelf te kijken en te ontdekken dat het niet komt door de waarden die mijn ouders ons bijbrachten, maar wel door de kwetsuren die ik opliep in mijn jeugd.
Dit proces is hetzelfde proces als dat van mensen met een armoede verleden, die dat op een veel vluggere en intensieve manier doormaken in de opleiding. Ook voor mij was het een heel pijnlijk proces.
Naarmate je essentiële puzzels van jezelf ontdekt, geraak je meer bevrijd. Dat wil niet zeggen dat je die dingen niet meer tegenkomt. Door het inzicht dat je krijgt in heel fundamentele stukken van jezelf, zie je veel vlugger ‘ja daar is het weer’. Het blijft niet meer zo plakken vanbinnen. En je kan er veel vlugger iets mee doen.
Wat is dan bij jou de link met armoede?
Lut: Ik ontdekte dat ik heel mijn leven lang het gevoel heb gehad ideaal te moeten zijn. Ik ben een ‘píedestal kind’. Als kind experimenteer je en maak je fouten. Maar dat mocht je niet als ‘píedestal kind’. Dat wou ik mijn ouders niet aandoen. Want ik wilde dat mijn ouders fier waren op mij. Ik wilde dat ze me graag zagen. Toch bleef ik fouten maken. Daar belandde ik voor de eerste maal bij de mensen die in armoede leven. Je voelt je schuldig. Je weet niet wat je anders had moeten doen, maar je bleef wel voelen dat wat je deed fout was.
Ik legde mijn lat altijd heel hoog en stond mezelf niet toe te mogen zijn wie ik was. Op die manier heb ik het gevoel er niet te mogen zijn. Dat sleep ik al heel mijn leven mee. Ook daarom vind ik aansluiting bij mensen die in armoede leven.
Armoede ervaring is iets wat niet veel mensen hebben meegemaakt. Maar sociale uitsluiting is iets wat universeel is. We hebben allemaal onze kwetsuren. En we hebben allemaal door die kwetsuren ook een vorm van uitsluiting gekend.
Maakten die ontdekkingen een verschil?
Lut: Uiteraard. Op een bepaald moment zie Celina tegen mij: ‘Gij hemelt mensen te veel op in de begeleiding, waardoor ze daarna in een put vallen.’ Op dat moment was ik daar heel verontwaardigd over. Maar ik kon door het ontdekken van mijn puzzelstukken, de link zien tussen wat in mijn leven zo belangrijk was en wat ik als een evidentie kopieerde in de begeleidingen.
In mijn leven legde ik steeds de lat te hoog omdat ik wou voldoen aan het ideaalbeeld dat mijn ouders van me hadden en om er te mogen zijn voor hen. In de gesprekken met de mensen overwaardeerde ik hen waardoor ik ook voor hen de lat heel hoog legde. Ik wist dat niet. Ik dacht dat dit ‘stimuleren’ was. En ik kon hen zo overtuigen dat ze dit en dat zouden kunnen zodat de mensen het zelf geloofden.
Maar als ik weg was, vielen die mensen weer in hun gewoonten omdat ze dat niet konden realiseren. En dan kreeg je het effect dat ze zich schuldig voelden om dat ze dit niet konden realiseren, met nog wat schuldgevoel erboven op. Dus ik was als die tijd serieus verkeerd bezig.
Het is noodzakelijk dat alle mensen die werken met andere mensen hun proces doormaken om hun blinde vlekken te ontdekken. Anders spelen die zaken onbewust en dus ongecontroleerd mee. Daar ligt volgens mij een deel van het falen van de hulpverlening.
Vond je het moeilijk om te werken met een ervaringsdeskundige?
Lut: Nee. Ik heb 14 jaar voor mensen in de armoede gewerkt en daarna 29 jaar met hen als collega. Ik heb daar nooit moeite mee gehad.
In 1988, toen ik met Celina begon te werken in de Cirkel, lag dat anders. Ik dacht, ik heb universiteit gedaan, dus ik weet wel veel meer dan haar. Tot ik stilaan ontdekte dat de betekenis die zij gaf aan wat zich voordeed juist was en niet mijn interpretatie. Dat was wel een shockeffect. Plots had ik het gevoel dat ik niets wist.
En stilstaan heeft zich dat rechtgetrokken. We leerden zien wat ieder zijn aparte en aanvullende bijdrage was. En dat werkt, prachtig. Vroeger zat ik constant met de frustratie dat de oplossingen die ik aangaf niet aansloegen. En dan kon je ofwel zeggen: die mensen zijn ‘moedwillig, onbekwaam…’ ofwel ‘ik doe het verkeerd’.
Jarenlang werken met opgeleide ervaringsdeskundigen heeft me geleerd dat je niet kunt begrijpen van wat zich bij die mensen afspeelt, niet het probleem is, maar de oplossing. Door het feit dat de opgeleide ervaringsdeskundige je helpt de echte betekenis te ontdekken, kan je samen elk met je eigen expertise aan de slag en met succes.
Ik zou niet meer kunnen en willen werken zonder opgeleide ervaringsdeskundigen.